DOOR MARLEEN VAN WESEL Twee Leidse japanologen stelden een tentoonstelling samen over verpakkingen. De nieuwste trend: cadeautjes geven zonder reden.
‘Eigenlijk is het allemaal afval.’ Katarzyna Cwiertka, hoogleraar Moderne Japanstudies, heeft het over de spullen die centraal staan op de tentoonstelling Te mooi om weg te gooien. Verpakkingsdesign uit Japan, vanaf volgende week te zien in het Leidse Japanmuseum SieboldHuis. ‘Alles belandt in de prullenbak.’
Cwiertka is gastconservator, samen met Ewa Machotka, universitair docent bij Japanstudies. Na de sluiting in augustus, gaat de tentoonstelling naar het Manggha Museum of Japanese Art and Technology in Polen, waar de twee onderzoekers zelf oorspronkelijk vandaan komen. Het initiatief is deels gefinancierd door Cwiertka’s Vici-beurs. ‘Het is een spin-off van mijn onderzoek naar afval, maar het is heel anders gelopen dan we gedacht hadden.’ Aanvankelijk was het de bedoeling dat het duo de continuïteit van de Japanse verpakkingscultuur van vroeger en nu zou laten zien.‘Veel publicaties over Japans design gaan uit van die continuïteit, het idee dat Japan in het verleden ook al geobsedeerd was door verpakkingen. De boeken daarover hadden we gelezen. Maar toen we naar Japan vertrokken en musea, maar ook winkels en warenhuizen doorzochten, konden we die parallel niet vinden. We kwamen even in een crisis terecht. Maar al snel dachten we: wacht eens even…’
De tentoonstelling laat nu zien hoe de geschiedenis van de Japanse verpakkingscultuur dan wél ging. ‘Na de Tweede Wereldoorlog gingen ook de Japanners op zoek naar de American dream. Bierblikjes, wegwerpbordjes en plastic bekers raakten snel ingeburgerd. Met de opkomst van de supermarkt, ook een Amerikaanse uitvinding, werd de noodzaak om te verpakken groter.’ Dat gebeurde in Europa overigens ook.‘De jaren zeventig vormden een keerpunt voor de Japanse verpakkingscultuur. Enerzijds sloeg Japan een eigen weg in, ook vanuit technologisch oogpunt. Tegelijkertijd begon de opmars van het retrodesign. De ontwerpers van verpakkingen maakten steeds meer gebruik van vormen en patronen uit het verleden, en werden vaak geïnspireerd door kunstobjecten. Daardoor líjkt er sprake te zijn van een continuïteit.’
Op de tentoonstelling zijn hedendaagse wegwerpverpakkingen te zien en gebruiksvoorwerpen uit het verleden. Een picknickmand en een aardewerken sakefles bijvoorbeeld, helemaal niet bedoeld om na gebruik weg te gooien. Niet dat er vroeger helemaal geen wegwerpverpakkingen waren. ‘Bladeren bijvoorbeeld, werden veel gebruikt om voedsel te verpakken. Maar díe heeft Von Siebold niet verzameld.’
Een deel van de tentoonstelling laat verpakkingen zien die in 2015 ingezonden werden voor de verpakkingswedstrijd van de Japan Package Design Association (JPDA). ‘Daar zie je dat overigens lang niet alles geïnspireerd is op het verleden, of er überhaupt “Japans” uitziet. Het is enorm divers. Best wat verpakkingen zijn bovendien geïnspireerd op luxe ingepakte cadeaus.’ Zo staat er in de JPDA-catalogus een chipszak waarop lintjes en strikjes zijn afgedrukt.
Dat heeft wat weg van een ánder deel van de tentoonstelling, over cadeauverpakkingen. ‘Dat is nóg erger. Om al die producten en hun verpakkingen komt dan nog een éxtra laagje, met extra aandacht. Vergelijkbaar met wanneer je in Nederland een parfum koopt.’ De Japanse cadeaucultuur, met twee cadeauseizoenen en allerlei ingewikkelde regels, is al wel ouder. ‘Binnen de context van de consumptiemaatschappij is die alleen maar uitgebreid. De nieuwste trend is: cadeautjes geven zonder reden, maar wel heel mooi verpakt.’Te mooi om weg te gooien. Verpakkingsdesign uit Japan
Japanmuseum SieboldHuis,
10 juni t/m 28 augustusWaste in Asia Conferentie
Academiegebouw, 9 t/m 11 juni